
Jurisprudentie
BH8778
Datum uitspraak2009-03-27
Datum gepubliceerd2009-03-30
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6748 WAO
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-03-30
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/6748 WAO
Statusgepubliceerd
Indicatie
Handhaving besluit tot verhoging van het bedrag van de WAO-uitkering van 70% naar 75%. Geen reden om te oordelen dat het Uwv bij het besluit op bezwaar ten onrechte zijn bij het besluit van datum in geding ingenomen standpunt heeft gehandhaafd. Zo voor het Uwv al de mogelijkheid bestond om bij het vooruitlopen op de (toen nog te verwachten) wijziging van de WAO wat de verhoging van het bedrag van de uitkering van 70% naar 75% betreft een eerdere dan de daarbij vast te stellen ingangsdatum (1 juli 2007) te hanteren, dan valt niet in te zien dat er voor het Uwv enige aanleiding bestond om ten aanzien van appellant van die mogelijkheid gebruik te maken.
Uitspraak
07/6748 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 30 november 2007, 07/2963 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 27 maart 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld en het Uwv heeft verweer uitgebracht.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 februari 2009. Appellant is verschenen en voor het Uvw is mr. M.K. Dekker verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij besluit van 9 juli 2007 heeft het Uwv het bedrag van de aan appellant naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer toegekende WAO-uitkering per 1 juli 2007 verhoogd mede als gevolg van verhoging van het uitkeringspercentage van 70 naar 75.
2. Bij besluit van 3 augustus 2007 heeft het Uwv appellants bezwaar tegen het besluit van 9 juli 2007 ongegrond verklaard.
3. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank appellants beroep tegen het besluit van 3 augustus 2007 ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank - samengevat - overwogen dat het Uwv met de verhoging van het bedrag van de WAO-uitkering van 70% naar 75% per 1 juli 2007 is vooruitgelopen op een nog tot stand te brengen wijziging van artikel 21, tweede lid, van de WAO en dat zij in hetgeen appellant heeft aangevoerd geen reden ziet om te oordelen dat het Uwv ten onrechte het besluit van 9 juli 2007 heeft gehandhaafd.
4. In hoger beroep heeft appellant het een en ander aangevoerd dat, naar de Raad begrijpt, neerkomt op handhaving van het door hem eerder in bezwaar en beroep ingenomen standpunt dat de onderhandelingen tussen de regering en de vakbonden hadden behoren te leiden tot een eerdere ingangsdatum van de verhoging van 70% naar 75% dan 1 juli 2007.
5. Evenmin als de rechtbank ziet de Raad reden om te oordelen dat het Uwv bij het besluit op bezwaar ten onrechte zijn bij het besluit van 9 juli 2007 ingenomen standpunt heeft gehandhaafd. Zo voor het Uwv al de mogelijkheid bestond om bij het vooruitlopen op de (toen nog te verwachten) wijziging van de WAO wat de verhoging van het bedrag van de uitkering van 70% naar 75% betreft een eerdere dan de daarbij vast te stellen ingangsdatum (1 juli 2007) te hanteren, dan valt niet in te zien dat er voor het Uwv enige aanleiding bestond om ten aanzien van appellant van die mogelijkheid gebruik te maken.
6. Uit het vorenstaande volgt dat de aangevallen uitspraak niet voor vernietiging in aanmerking komt. De Raad zal die uitspraak dan ook bevestigen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G.J.H. Doornewaard. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J.M. Tason Avila als griffier, uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2009.
(get.) G.J.H. Doornewaard.
(get.) J.M. Tason Avila.
JL